Boeken over vroeger
 
 
 
 
 
  klik op één van de boeken voor de korte inhoud
 
 
  Toen ik nog meester was, was geschiedenis een van mijn lievelingsvakken. Ik vertelde vaak spannende, grappige en  zielige 
  verhalen. Laatst zei een meisje tegen mij: 'Bij jou vergeet je bijna dat het geschiedenis is, zo mooi kun jij
  vertellen.' In mijn boeken over vroeger probeer ik dat ook. Voor sommige boeken heb ik nog mensen kunnen spreken die
  iets konden vertelden (bijv. voor Weg uit de Peel, Tien torens diep en Oorlogsgeheimen). Veel van hun verhalen heb ik ook 
  gebruikt. Voor Strijd om de Kathedraal was er niemand meer te spreken, want dat speelt rond 1400. Maar ik kijk natuurlijk 
  ook op internet en lees vooral veel boeken over vroeger. Als ik met een historisch boek bezig ben, liggen er altijd stapels 
  boeken om me heen met verhalen, afbeeldingen en veel informatie.
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
 
  Dat het leven als zoon van een bouwmeester niet over rozen gaat, merkt Thies elke dag. Hij 
  moet naar de kloosterschool, maar vindt het veel spannender om op de bouwplaats van de 
  kathedraal te zijn. Als hij weer eens de klas wordt uitgestuurd, ziet hij hoe een meisje wordt 
  lastiggevallen op straat. Het meisje blijkt Mette te heten en ze is blind. Thies wordt de ogen 
  van Mette. Door zijn verhalen komt de kathedraal tot leven voor Mette. Maar samen met haar 
  raakt hij ook betrokken bij de felle strijd om de kathedraal, want niet iedereen is het eens met 
  de bouw. Thies gaat steeds meer twijfelen of hij later zijn vader wel wil opvolgen als 
  bouwmeester, want diep in zijn hart wil hij eigenlijk iets heel anders worden. 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
  Het Zuid-Limburgse dorp waar de elfjarige Tuur woont, is bezet door de Duitsers. Tuur en zijn 
  buurmeisje Maartje vinden dit in het begin wel spannend. Maar langzaam maar zeker komen 
  de kinderen erachter dat de bezetters in staat zijn tot de ergste dingen. De volwassenen 
  proberen zoveel mogelijk voor hen geheim te houden: de Engelse piloot die op zolder verstopt 
  zit, wie de Duitsers helpen (zoals hun eigen meester) en wie in het verzet zitten. Maar op een 
  dag vertelt Maartje aan Tuur dat zij zelf ook een groot en gevaarlijk geheim heeft. Ineens 
  komt de oorlog heel dichtbij... 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
  Deze speciale filmeditie biedt het verhaal én exclusief beeldmateriaal uit de film.
  Het Zuid-Limburgse dorp waar de elfjarige Tuur woont, is bezet door de Duitsers. Tuur en zijn 
  buurmeisje Maartje vinden dit in het begin wel spannend. Maar langzaam maar zeker komen 
  de kinderen erachter dat de bezetters in staat zijn tot de ergste dingen. De volwassenen 
  proberen zoveel mogelijk voor hen geheim te houden: de Engelse piloot die op zolder verstopt 
  zit, wie de Duitsers helpen (zoals hun eigen meester) en wie in het verzet zitten. Maar op een 
  dag vertelt Maartje aan Tuur dat zij zelf ook een groot en gevaarlijk geheim heeft. Ineens 
  komt de oorlog heel dichtbij... 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
  Janneke woont samen met haar ouders, broers en zusje in een armoedig huisje in de Peel. Haar broer 
  Nard en haar vader zijn turfstekers. Ze moeten hard werken voor een schamel loon. Janneke helpt haar 
  moeder na schooltijd met huishoudelijke klusjes, maar zo vaak ze kan, trekt ze zich terug op haar 
  favoriete plekje in de Peel, verscholen tussen de berkenbomen. Daar ontmoet ze in het geheim haar 
  vriendje Willem en heeft ze tijd om ongestoord te fantaseren over de toekomst: Janneke droomt ervan 
  om juf te worden en zo te ontsnappen aan het zware, uitzichtloze leven dat de meeste Peelbewoners 
  leiden.
  Maar nare gebeurtenissen zorgen ervoor dat Jannekes droom steeds onbereikbaarder wordt. Janneke 
  ziet nog maar één uitweg… 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
  Een spannend jarenvijftigverhaal van meesterverteller Jacques Vriens
  Op weg naar school moet Jakob elke dag zeven gevaren trotseren. Die gevaarlijke Duitse herder bij mandenwinkel Bruins 
  bijvoorbeeld. Het kerkhof. En Jakobs strenge meester Hoeben. Jakobs vriendin Claartje vindt hem eigenlijk een angsthaas. 
  Maar die gevaren onderweg zijn nog niet eens Jakobs grootste zorg! Zijn vader heeft het gezin verlaten en dan raken Jakob en 
  zijn moeder ook nog het huis kwijt door een brand, waardoor ze voor een tijdje moeten inwonen bij een heel vervelende tante. 
  Door alles wat Jakob meemaakt en zijn bijzondere vriendschappen wordt hij steeds moediger en leert hij beter voor zichzelf 
  opkomen. Tot hij op een dag naar school loopt en wél raad met alle gevaren weet.
  Jakob en de zeven gevaren is een meeslepend en humoristisch verhaal over moed, vriendschap en je angsten overwinnen en is 
  voor een deel gebaseerd op eigen jeugdervaringen van Jacques Vriens.
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
  Stef en Victor willen mijnwerker worden, net als hun vaders. Ze hebben elkaar beloofd om 
  later samen 'naar beneden' te gaan, wel achthonderd meter diep. Hun vriendinnetje, de stoere 
  Wietske, wil graag met hen mee, ook al mogen meisjes eigenlijk geen mijnwerker worden. 
  Langzamerhand begint Stef toch te twijfelen. Er gebeuren regelmatig dodelijke ongelukken in 
  de mijn en zijn opa is ziek geworden door al het stof onder de grond. Stef durft niet aan Victor 
  en Wietske te vertellen dat hij bang is, want hij wil hun bijzondere vriendschap niet op het spel 
  zetten. Totdat hij na een dramatische gebeurtenis niet langer kan zwijgen… 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
  Avonturier Gustave logeert in een Brabantse herberg waar Jochem en Doortje werken. Op een dag
  helpt Jochem Gustave de gevaarlijke Zompige Heide oversteken, een gebied beheerst door
  de mythische Witte Wieven.
  Wanneer Gustave bij een grot komt, waarschuwen deze wezens hem om niets mee te nemen.
  De hebzuchtige Gustave steekt toch een klompje goud in zijn zak. Jaren later keert hij terug als Baron
  Hooghmoed, koopt het grondgebied en bouwt een goudmijn. Jochem en Doortje raken erbij betrokken,
  waardoor hun hechte vriendschap op het spel komt te staan. De baron heeft mijnwerkers nodig en
  belooft de dorpsbewoners gouden bergen als ze de mijn ingaan. Maar iedereen die dat durft, komt
  lijkbleek naar boven… Wat is er gaande in de duistere dieptes van Baron 1898?
 
 
 
  Ga ->hier naar de speciale pagina met uitgebreide informatie over Baron 1898
  
  
 
 
 
 
 
 
 
  Voorjaar 1934. 
  De twaalfjarige Arie woont samen met zijn oma, zijn vader Corneel en zijn gehandicapte grote zus Nelleke in een dorpje vlakbij de Belgische 
  grens. 
  Aries werkloze vader, probeert met het smokkelen van boter – ‘het vette goud’- aan geld te komen. 
  Arie wil later net zo’n goede smokkelaar worden als zijn vader, én ook schrijver. Van zijn meester krijgt hij een schrift waarin hij vast kan 
  oefenen, maar dat lukt nog niet zo best. 
  Smokkelen gaat hem beter af, want op een dag mag Arie voor het eerst mee met zijn vader. 
  Als ‘voorloper’ moet hij kijken of de kust veilig is, want als de grenswachters je betrappen, ben je al je smokkelwaar kwijt en ga je de 
  gevangenis in. 
  Aries oma is er fel op tegen dat haar kleinzoon meegaat op smokkeltocht. Arie weet dat zijn opa ooit is omgekomen tijdens het smokkelen, maar 
  zijn grootmoeder wil daar niet over praten.
  Als blijkt dat sommige smokkelaars verraad plegen door de grenswachters te waarschuwen, komt Arie midden in die strijd terecht. Vooral omdat  
  hij vermoedt dat de vader van zijn beste vriendin Lisa een van de verraders is. Wanneer hij dan ook nog tijdens een gevaarlijke smokkeltocht  
  iets over zijn dood gewaande moeder ontdekt en achter het geheim van zijn oma komt, neemt hij een onverwacht besluit …
 
 
 
  
  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  LUISTERBOEKEN:
 
 
 
 
 
  WEBWINKELS: